Of je echt talentvol bent geweest, kun je eigenlijk pas echt bepalen aan het einde van je carrière.

Ik dit hoofdstuk ga ik in op de onderstaande factoren:
Ontwikkeling = Aanleg x Leervermogen x Omgeving

In hoofdstuk 2 komt het LTAD-model (Long Term Athlete Development) aan bod. Dit model wordt door veel Nederlandse bonden gebruikt. Het LTAD-model onderscheidt zes fasen in de ontwikkeling van een sporter. Aan het einde van fase 3 (14- 16 jaar) maakt een sporter bewust de keuze voor topsport of de recreatieve kant van sport.

Studies laten het belang zien van breed motorisch ontwikkelen in de jeugd. Er zijn ook sporten (o.a. turnen) waarbij juist vroeg specialiseren belangrijk is.

Dit effect gun je elke jonge sporter. ActionTypes is een prachtig hulpmiddel om zelfinzicht te krijgen in de voorkeuren van een sporter.

Deep Motivational Drivers (DMD)
Het proces van leren, ontwikkelen en presteren start bij de motivatie. Bekend zijn de onderzoeken van Jacques van Rossum (Vrije Universiteit van Amsterdam) naar prestatiemotivatie met als belangrijkste resultaat dat voor verreweg de meeste sporters het zeker niet in de eerste plaats gaat om het winnen, medailles of podiumplaatsen.

Verschillen in persoonlijke drijfveren liggen hieraan ten grondslag. Deze geven de behoeften van de individuele sporter aan. Door juist die behoeften te bevredigen ontstaat de voorwaarde voor gemotiveerd gedrag. Hoe raak je nu als trainer of begeleider de juiste snaar bij een sporter? Elke individuele sporter kent zijn eigen drijfveren.

In dit hoofdstuk ga ik in op de 18 mentale eigenschappen van kampioenen. Ik leg uit op welke wijze je deze eigenschappen je eigen kunt maken. Eigenschappen die onder andere behandeld worden zijn:

✅ Hoe hou je je focus.

✅ Hoe stel je je eigen doelen. Resultaat- prestatie en procesdoelen. 

✅ Hoe moet je omgaan met jouw negatieve interne dialoog.

✅ Hoe belangrijk is werkethiek?

✅ Hoe belangrijk is het maken van fouten om jezelf verder te ontwikkelen.

In dit hoofdstuk staan opdrachten waarmee sporters zelf aan de slag kunnen.

Ron Berteling Olympische Spelen 1980 en record internationaal ijshockey.
Selena Piek Olympische Spelen badminton 2016, 2021 en ?.
Noeki Klein Olympisch kampioen waterpolo Peking 2008.

Deze sporters vertellen onder andere over de eigenschappen die voor hun belangrijk waren om de top te bereiken of te gaan bereiken.

Welke tips/handvatten geef ik aan sportouders in dit hoofdstuk:

✅ Hoe wil uw kind graag begeleid worden?

✅ Hoe bevorder je de motivatie?

✅ Omgaan met de puberteit.

✅ Belang van maatschappelijke vorming.

✅ Hoe maak je grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar?

✅ Hoe stimuleer je een groei-mindset, waardoor fouten maken geaccepteerd is binnen het ontwikkelingsproces.

In dit hoofdstuk laat ik sportouders aan het woord. Op welke wijze ondersteunen, stimuleren en motiveren zij hun topsportkind(eren). Hoe gaan zij om met moeilijkheden en welke afspraken hebben zij gemaakt binnen het gezin. Kortom welke tips en handvatten geven deze topsportouders?

Ik laat onder andere de volgende topsportouders aan het woord:
Sportouders met twee kinderen op waterpolo
Sportouders met een zoon op tennis
Sportouders met een hockeydochter
Enkele vragen die aan bod komen zijn:

✅ Wat maakt het dat het ene talent slaagt en het andere niet?

✅ Hoe geven jullie feedback op de prestaties?

✅ Hoe zorg je dat je kind gemotiveerd blijft?

✅ Welke tips zouden jullie aan sportouders geven?

Sportouders beantwoorden alle vragen eerlijk om andere ouders te helpen.

Om te kunnen winnen moet een sporter al zijn energie stoppen in zijn ontwikkeling en zijn prestaties. Energie hebben heeft te maken met goed eten, goed slapen, zingeving, spiritualiteit, verzorgen van het spierstelsel en de hersenen soepel houden.

In dit hoofdstuk – lees je welke externe deskundigen je kunnen helpen met het optimaliseren van je prestaties. Aan bod komen een ✅ sportpsycholoog, ✅slaapexpert, ✅ yoga en meditatie-expert,

✅ fysiotherapeut, ✅ voedingsdeskundige en een ✅ leefstijladviseur.

Een voorbeeldopdracht over ‘Flow’. In het boek staan meer vragen over ‘Flow’die uitgewerkt kunnen worden door de sporters.
1. Welke 3 flow dimensies zijn het lastigst voor jou ?
2. Hoe zou je dit kunnen veranderen?
3. Welke 3 flow dimensies zijn het makkelijkst voor jou ?